Voorkennis gebruiken
Voorkennis ophalen is…1. Lijstjes maken
1. Lijstjes maken
Neem een vel papier en maak vier lijstjes. Noteer alle woorden die je al kent rond je zoekvraag. Gebruik deze woorden als eerste bij het formuleren van een zoekopdracht. Zo zie je ook wat je niet wilt zoeken (dus laat je daarover niet afleiden). Doe het zo:
- Maak een lijstje van dingen die je al weet over je onderwerp. (1)
- Maak ook een lijstje van dingen die je wilt weten. (2)
- Zijn er ook dingen die je niet interessant vindt over je onderwerp? (3)
- Houd ruimte over voor een vierde lijst. (4)

Je zoekt straks met woorden van (1) en (2). Waarom dan lijstje (3)? Simpel: als je weet wat je niet wilt weten, kun je dat ook makkelijker overslaan. Concentreer je op je doel: lijstje (2). Maar er komt nog iets bij. Lijstje (4) vul je met nieuwe woorden. Want je woordenschat wordt vanzelf groter tijdens het zoeken. Of je vindt woorden die je wel kende maar even vergeten was. Dat geldt eigenlijk voor iedereen, altijd.
Als iemand tegen je zegt ‘Je moet wel de juiste zoekwoorden gebruiken’, dan weet je nu waar en hoe je die vindt. Tijdens het zoeken! Lees meer hierover op de pagina over De juiste zoekwoorden. Zie Verder leren >.
2. Een mindmap maken
Maak een woordwolk, woordspin of mindmap. Deze drie woorden betekenen allemaal ongeveer hetzelfde. Een mindmap of woordwolk is een manier om ideeën en informatie te ordenen of te bespreken. Vaak in de vorm van een wolk, maar een ster of een boom met takken kan ook. Noteer alles wat er bij je opkomt: er is geen goed of fout. Het een roept het ander op. Maak een mindmap samen of alleen.

Als je samen een mindmap maakt, leer je vast meteen wat nieuws, want twee weten meer dan één.
Onderbreek bij samenwerken een spreker niet en keur niks af. Alles is goed. Ga later pas kijken wat de mindmap oplevert. Maak groepjes van de woorden, wat hoort bij elkaar? Misschien maak je ook een samenvatting in een lijstje. Een lijstje dat je kunt gebruiken bij het zoeken…
- Gebruik liefst papier. Noteer woorden, trek pijlen, maak cirkels, zet cijfers neer. Het grote voordeel van papier: je kunt snel beginnen, iedereen snapt het. Post-its gebruiken kan handig zijn.
- Toch online? Internet heeft veel mindmap-tools. Het voordeel van online: je kunt makkelijk veranderingen aanbrengen en samenwerken op verschillende momenten. Je raakt een online mindmap ook misschien minder snel kwijt.
Daarna ga je bespreken wat je hebt staan. Met respect voor elkaars mening en ideeën. Laat een ander uitpraten en geef aan wat je wel of niet snapt. In het gesprek leggen je nieuwe verbanden, je vult aan of streept dingen door. Na het bespreken van je woordwolk krijg je een aardig beeld van wat belangrijk is voor wat je wilt weten.
DIT WEET JE NU
over voorkennis gebruiken
Een lijstje of een mindmap maken helpt je bij drie dingen:
- Voorkennis ophalen. En samen met een partner voorkennis ophalen is een prima idee! Samen weet je meer dan één en door te overleggen help je elkaar met aanscherpen wat je gaat zoeken.
- Begrippen noteren die je later weer kunt gebruiken als zoekwoord.
- Concentratie. Zoek alleen naar wat je echt wilt weten. Baken je onderzoeksvraag of zoekopdracht af! Ofwel: beperk je steeds tot een deelonderwerp.

Hoort bij Zoekroutine Stap 1