Zoekmachines en chatbots zijn voor ongeoefende gebruikers juist met eenvoudige opdrachten en prompts misleidend. Neem Google’s AI-overview, waar evenveel misvattingen als zinvolle links in de ‘antwoorden’ opduiken. Nog afgezien van de door AI zelf ‘verzonnen’ informatie. De praktijk leert dat je alleen met precieze prompts en zoekopdrachten bruikbare informatie krijgt (en dan nog afhankelijk van je vraag en je voorkennis).
Internet is geen bibliotheek en geen encyclopedie
Het is een wijdverbreide mythe dat alles op internet te vinden is met één druk op de knop. Internet is geen bibliotheek of encyclopedie en zeker geen kinder-encyclopedie (we zeggen het nog maar even). Internet is in de eerste plaats verworden tot een gigantische koopgoot, waarin gelukkig nog wel wat goudklompjes meegesleurd worden. Maar het is een hele kunst die goudklompjes uit de modder te zeven.
Het is voor een leerling vrijwel onmogelijk tegelijk te letten op betrouwbaarheid, volledigheid, doel van een website, leesbaarheid en relevantie. Nog los van de enorme afleiding die je moet weerstaan bij internetgebruik. Bovendien vraagt het formuleren van een gerichte zoekopdracht of prompt de nodige ervaring.
Ook is dus dat hele internet plus diverse aanvullingen de basis voor de meeste LLM‘s, de systemen die de antwoorden voor veel chatbots genereren. Inclusief desinformatie, eenzijdigheid en alle commerciële uitingen. En ook al werken er (laag betaalde) data-labelaars aan de ‘kwaliteit’ van de inhoud - er is geen systematische inhoudelijke controle op hun werk. Dat betekent ook dat de antwoorden van chatbots altijd gecontroleerd moeten worden.
Kritisch lezen is belangrijker dan ooit.
Priming
Verkeerde informatie leidt tot verwarring. Het is gemakkelijker om iets aan te leren dan om iets af te leren. Zo zijn er mythes over het afstammen van de mens van de aap of het kiezen van achternamen in de tijd van Napoleon. Ook verkeerde beeldspraak kan leiden tot jarenlange misverstanden: watermoleculen voorstellen als watermannetjes die tegen een drijvend voorwerp aanduwen om de wet van Archimedes uit te leggen is misleidend. (Zwemmen ze dan in het water, kunnen ze ook een andere kant opduwen?). Onderwijs hoort gebaseerd te zijn op gedegen informatie, juist ook in het basisonderwijs. De eerste keer dat je ergens over leert (’priming’) is vaak cruciaal.
Voor de basisschool is er start.slimzoeken.nu, met zo’n 500 vertrouwde bronnen. Het merendeel van deze sites is speciaal gemaakt voor kinderen en jongeren.
Lezen en basiskennis
Uiteenlopende zoekvragen hebben allemaal hun eigen aanpak nodig. Wel staat of valt zinvol gebruik van online informatie met a. goed kunnen lezen en b. voldoende basiskennis. Plus kennis van het web, dat wil zeggen, een idee over wat je online zou kunnen vinden en wat niet. Want lang niet alles staat op het web, laat staan dat alle informatie in begrijpelijk taal beschikbaar is, met voldoende inschatting van ieders voorkennis.
Zeg liever nooit ’Google het maar even’ zonder verdere uitleg of hulp. Het is zonde van de tijd van een leerling of student. Geef les in zoeken (of leer dat samen met de leerlingen) en bespreek de inzet van ondersteunende tools. Hetzelfde geldt voor het gebruik van chatbots.
Een groot deel van het web is voor leerlingen voor school lastig bruikbaar. Dat komt onder andere hierdoor:
Basisonderwijs: bij de meeste informatie wordt voorkennis gevraagd die de basisschoolleerlingen pas in het voortgezet onderwijs zullen kunnen opdoen;
Alle leerlingen: internetinformatie is bijna nooit onderwijsgerelateerd. Logisch zul je denken, maar dat betekent dat er dus vaak een consistente kennisopbouw ontbreekt, een opbouw waar veel leerlingen baat bij zou hebben. Zoeken zonder voorkennis is dus een enorme uitdaging. Alle websites zien er ook weer anders uit.
Zeker 60% van de internetinformatie heeft een commerciële insteek. Zo’n 10% van de pagina’s die we in ons eigen onderzoek als zoekresultaat kregen is zelfs een webshop. Daarnaast staan pagina’s vol advertenties en promotionele informatie, soms nauwelijks te onderscheiden van de werkelijke content.
Google biedt geen hulp bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van websites. Bespreek vooral wat vertrouwde bronnen zijn en waarom ze vertrouwd zijn. Vertel ook bij elke online bron die je laat zien wie de makers zijn en wat het doel is van die bron.
Maar het inruilen van een zoekmachine voor een chatbot is zeker niet de aangewezen oplossing. Bij het gebruik van chatbots en aanverwante tools is permanent evaluatie nodig. Voer bij een chatbot maar eens vijf keer dezelfde informatief georiënteerde prompt in en vergelijk de antwoorden. Wat betekenen deze verschillen voor een leerling?
Vaak zie je in verband met het leren omgaan met tools voor online informatie dit genoteerd staan: begin met eenvoudige zoekopdrachten. Dit is een hardnekkige misvatting. Wij deden onderzoek naar honderd authentieke kinderzoekopdrachten en de voorzichtige generalisatie (gecombineerd met mijn ervaring als content curator) moet zijn dat er a. bar weinig kwaliteitscontent voor kinderen op het web staat (het web is sowieso echt behoorlijk stuk) en b. dat zoekmachines zoals Google door hun opzet vooral vaak commerciële resultaten tonen aan de gebruiker. Lees meer hierover in ons onderzoek dat werd gepubliceerd op de ROMCIR conferentie.
Leren omgaan met online informatie start bij vertrouwde bronnen voor kinderenen het bespreken van de reden waarom dit vertrouwde bronnen zijn.
Online starten bij Wikipedia
Wikipedia staat bij online zoeken naar schoolonderwerpen erg vaak bovenaan in de resultatenlijst, zo blijkt uit ons onderzoek. Je kan dus ook goed rechtstreeks starten bij Wikipedia. Wikipedia heeft bovendien een goede app. Zet die gewoon op je telefoon.
In tegenstelling tot wat je nog regelmatig in het onderwijs hoort, is de sociale encyclopedie Wikipedia een prima bron om als naslag te gebruiken. Mensen die zeggen dat iedereen het zomaar kan veranderen roepen maar wat. Op de meeste veranderingen aan Wikipedia-pagina’s wordt meteen gereageerd; de Wikipedianen en de automatische bots van Wikipedia doen uitstekend werk om de kwaliteit hoog te houden.
Wikipedia is in academisch onderzoek niet toegestaan als primaire bron en er staan ook inderdaad wel eens fouten in. Of eerder: niet alles is 100% up-to-date of volledig, en hier en daar zijn controverses. Maar als naslagwerk wordt bijvoorbeeld de Engelstalige versie ook in de universitaire wereld gebruikt vanwege de kwaliteit. De foutmarge kwam in een klein onderzoek (over farmaceutische lemma’s) zelfs lager uit dan de Encyclopedia Brittanica, terwijl de omvang vele malen groter is.
Daarnaast is zomaar googelen geweldige tijdverspilling voor een leerling, terwijl beginnen bij Wikipedia ondanks het relatief hoge leesniveau vaak een goed opstapje geeft. Zeker wat betreft het vinden van nieuwe zoekwoorden. Bovendien is Wikipedia not-for-profit.
Overigens, Wikikids is niet de kinderversie van Wikipedia; het staat juist wel vol fouten. Zie deze WikiKids Review.
Meerdere bronnen gebruiken?
Bronnen met elkaar vergelijken en informatie samenvoegen of tegen elkaar afzetten is voor veel leerlingen erg hoog gegrepen, zeker in het basisonderwijs. Dit synthetiseren is een hogere-orde vaardigheid die je eind Havo/VWO leert, als (pre)academische onderzoeksvaardigheid, in voorbereiding op latere studie.
Algemeen uitgangspunt kan wel zijn: ‘haal niet al je informatie uit dezelfde bron’ en ‘gebruik een paar verschillende bronnen’. Dat is alvast een goede start. Leer ook de verschillende doelen van bronnen kennen. Zodat je weet wat je kan verwachten als je zoekt.
Het dubbelchecken van informatie kan overigens nooit kwaad, maar daar zit nog een flinke adder onder het gras. Op internet wordt enorm veel hergebruikt of domweg gestolen (aggregators). Dus, bepaalde informatie bevestigd zien staan zonder goed te kijken naar de makers en de doelen van een bron zegt niks. Denk ook aan persberichten (van welke aard dan ook) die regelmatig zonder nader onderzoek worden overgenomen door nieuwsmedia.
Onderzoek Bij Slim Zoeken doen we zelf onderzoek naar de kwaliteit van online informatie, in het 100 Queries-project. Meer informatie op Onderzoek.