Informatie via je tijdlijn of een feed op social media
In de wereld van sociale media komen alle berichten via eindeloze lijsten (feeds en tijdlijnen) bij jou. Wat je daarin te zien krijgt is nooit alles van de accounts of onderwerpen die je volgt. Dat kan gewoon niet, het is gewoon te veel. Via een algoritme wordt er een selectie gemaakt voor jou.
Wat zit er allemaal in het social media algoritme?
Hetalgoritme voor een tijdlijn is een ondoorgrondelijke optelsom van berekeningen met één hoofddoel: jou zo lang mogelijk bezighouden in de app. Of het nu Insta, TikTok, YouTube of wat anders is. Of het nu leuke dingen zijn, of juist vervelende. Want wat blijkt: als mensen boos worden blijven ze langer plakken in de app.
In het algoritme zitten dingen zoals
De nieuwste posts van de accounts die je volgt;
De likes van je vrienden:
Populaire accounts en hashtags (ook voor ‘jouw soort mensen’);
Plus advertenties die bij dit lijstje passen… en dus hoogstwaarschijnlijk misschien…. bij jou. Eigenlijk zijn die advertenties de echte drijfveer in het algoritme: als jij maar zo veel mogelijk advertenties ziet. Bewust of onbewust. Sommige van die dingen koos je echt zelf, je volgt een account of een hashtag. Andere passen volgens het algoritme goed bij jou. Alles samen geeft de lijst van aanbevelingen. Die eindeloze lijst.
De aanbevelingen in je tijdlijn lijken persoonlijk, maar er is helemaal niemand die het ook maar iets uitmaakt wie jij bent bij TikTok, Insta, YouTube of Snapchat. Als je maar nieuwsgierig wordt en veel kijkt en klikt, want alleen dan ‘besta’ je voor een platform. Het beste bewijs daarvoor is dat iedereen mag liegen over zijn of haar leeftijd om toegelaten te worden onder de minimumleeftijd. En de eindeloze lijst aanbevelingen.
Sociale media als bron?
Social media zijn zelf geen bron. Dat zijn de gebruikers en hun kanalen. Kijk dus wie dat zijn op TikTok, Instagram, Snapchat of waar dan ook. Het varieert van bekende kanalen zoals Jeugdjournaal en NOS-Stories tot vage namen of nepprofielen met een onduidelijke achtergrond. Er zijn personen die je in het echt ook kent: vrienden, klasgenoten, kennissen. Plus talloze influencers en merken. Veel personen en kanalen vertellen eigenlijk nauwelijks iets inhoudelijks over zichzelf. Wees daar voorzichtig mee als het om informatie gaat. Social media zijn de belangrijkste verspreiders van nepnieuws. Sociale media zijn ook een vergaarbak van meningen zonder bronvermelding.
Afzender en bron - wat zit er tussen?
Let er dus op wie de echte bron is. Daarbij worden afzender en echte maker ook nogal eens door elkaar gehaald, zeker bij social media! Dit plaatje over nepnieuws illustreert dat. Links staat de bron, Pinokkio, een leugenaar. Een papegaai praat hem na, en via een vriend komt de informatie bij jou. Omdat het je vriend of vriendin is die jou informeerde zou je kunnen denken: mijn bron klopt. Maar je vriend is de afzender, niet de bron. Zo kan het met elk bericht gaan.
Check de bron - zo voorkom je nepnieuws
Aan de andere kant zijn social media ook de stem van mensen op plekken waar journalisten moeilijk kunnen komen. Op Facebook en X/Twitter bijvoorbeeld doen bewoners van steden en dorpen verslag van hun situatie in moeilijke situaties of in oorlogsgebieden. Vertellen mensen over onderdrukking en hoe de mensenrechten geschonden worden. Zij zijn een echte bron. Soms bewust anoniem omdat hun veiligheid in het geding is.
Wel is het goed als we er op de een of andere manier achter kunnen komen of de berichten ‘authentiek’ zijn, dus of er een echt mens achter zit. Journalisten zijn er goed in om dat uit te zoeken. Ook doordat ze soms de mensen ter plekke ontmoeten. Met gevaar voor eigen leven.
Sociale media zijn voor veel mensen en instellingen het aangewezen platform om te laten zien wat ze doen. Ze verwijzen dan naar hun eigen activiteiten.
Het gaat er dus vooral om dat jij leert bepalen wie je kunt vertrouwen en wie je moet controleren, wie je moet dubbelchecken of wie je helemaal nooit moet geloven. Soms heb je daar de hulp van anderen, zoals Nieuwscheckers en andere onderzoekers voor nodig. Maar je hebt zelf ook een belangrijke rol: als iets te mooi of te gek is om waar te zijn, dan klopt het meestal ook niet.
Google als social media
Via de zoekmachine vind je in de eerste plaats natuurlijk zoekresultaten voor wat je zoekt.
Maar Google gedraagt zich ook steeds meer op een social media manier (en steeds minder als een zoekmachine). Ook Google wil je graag zo lang mogelijk ‘bij zich houden’. Wanneer je klikt op Meer om te vragen kom je in een soort social media fuik terecht. Van de ene vraag of tekst klik klik je op een ander. Je wordt al snel nieuwsgierig. Wat is er allemaal te vragen, te weten? Met zoeken heeft dat niet veel meer te maken.
Google heeft veel van dat soort blokjes. Bij ons eigen 100 Queries onderzoek (zie Verder leren > onderaan) kwamen we al deze kopjes tegen: Meer om te vragen, Vragen van anderen, Gerelateerde zoekopdrachten, Mensen zoeken ook naar, Meer producten bekijken, Meer items, Plaatsen om te bezoeken, Aanradersenzovoort. Goeie hulp of afleiding of opdringerigheid… Wat is het volgens jou? Gebruik je het? Werkt het wel?
Eén ding is zeker: ook deze lijst van aanbevelingen komt tot stand op basis van een ondoorgrondelijk algoritme. Je zal vaak niet snappen waarom je iets ziet… Misschien is Google zelf het spoor ook een beetje kwijt. Er worden stukjes van de sites geplukt en aangeboden als een soort vraag/antwoord spel. Het antwoord staat dan in het resultaat… (soms zeggen ze zelfs samenvatting, maar dat is ronduit onzin, het is eerder een citaat van de bron).
Voor veel informatie kan je dan ook beter starten bij een vertrouwde bron.