Nederlands
In bewerking
Overzicht van Kerndoelen Nederlands Primair Onderwijs - April 2025 (herziene versie), voorzien van relevante Slim Zoeken pagina’s.
Domein: OverkoepelendKerndoel 1: De school stimuleert de taalcompetentie van leerlingen
Doelzin A. De school zorgt voor een rijke taal- en leesomgeving.
Het gaat hierbij om:
- Aanbieden van taalactiviteiten in betekenisvolle contexten
- Aanbieden van een veelzijdig en actueel aanbod van jeugdliteratuur binnen een vaste leesroutine
- Aanbieden van kennis en vaardigheden uit het leergebied Nederlands in onderlinge samenhang
- Stimuleren van de leesmotivatie en de durf om te spreken en te schrijven
- Ruimte bieden aan verschillende talen en taalvariëteiten van leerlingen
Doelzin B. De school stimuleert de taalontwikkeling van de leerling in alle leergebieden.
Het gaat hierbij om:
- Stimuleren van betekenisvolle activiteiten waarin school- en vaktaal en vakspecifieke taalvaardigheden verworven kunnen worden
- Stimuleren van het gebruiken van rijke teksten over inhoudelijke thema’s in alle leergebieden
- Stimuleren van taalproductie en interactie in alle leergebieden
- Stimuleren van aandacht voor taalverzorging en taalgebruik in alle leergebieden
- Aanbieden van een schoolbrede set van aanpakken en flexibel inzetbare strategieën bij het ondersteunen van taalactiviteiten in de andere leergebieden
Domein: CommunicatieKerndoel 2: De leerling begrijpt teksten ++
Doelzin A. De leerling toont begrip van zakelijke en literaire teksten.
Het gaat hierbij om:
- Aandachtig luisteren, kijken of aandachtig vloeiend lezen
- Inzetten en uitbreiden van woordenschat, kennis over taal en kennis van de wereld
- Inzetten en uitbreiden van kennis over de vorm van teksten: tekstsoorten, tekststructuren, literaire genres, verteltechnieken
- Beschrijven van perspectieven, communicatieve doelen, publiek, context
- In eigen woorden weergeven van de hoofd- en bijzaken, de hoofdgedachte en betekenis van een tekst, passend bij het lees- of luisterdoel
- Flexibel toepassen van verschillende aanpakken en begripsverhogende strategieën
Doelzin B. De leerling evalueert en reflecteert op zakelijke en literaire teksten.
Het gaat hierbij om:
Doelzin C. De leerling verkent de betrouwbaarheid van verschillende bronnen.
Het gaat hierbij om:
Kerndoel 3: De leerling produceert teksten
Doelzin A. De leerling spreekt en schrijft afgestemd op doel, publiek en context.
Het gaat hierbij om:
- Hanteren van een passende aanpak
- In eigen woorden verwerken van informatie uit verschillende bronnen tot een gestructureerde tekst met bronvermelding
- Inzetten en uitbreiden van kennis over de vorm van teksten: tekstsoorten, tekststructuren, verteltechnieken
- Schrijven op letter-, schrift- en tekstniveau met een leesbaar handschrift en typschrift, en verstaanbaar spreken
- Reviseren van de tekst met het oog op doelgerichte communicatie: taalgebruik en taalverzorging
Doelzin B. De leerling gebruikt taal op een creatieve manier.
Het gaat hierbij om:
- Verkennen van creatief taalgebruik van anderen in literaire en zakelijke teksten
- Verwoorden van eigen ideeën, gedachten, ervaringen, gevoelens en fantasieën
- Experimenteren met klanken, woorden, zinnen, literaire genres, taalregels, taalconventies en visuele vormen
- Waarderen van creatief taalgebruik
Doelzin C. De leerling schrijft om tot kennisopbouw of begrip te komen.
Het gaat hierbij om:
- Weergeven van hoofd- en bijzaken, indrukken en vragen bij gelezen, bekeken of beluisterde inhoud
- Samenvatten van gelezen inhoud
- Verwoorden, onderbouwen en ordenen van gedachten, verworven inzichten en kennis in een tekst of schema
- Inzetten en uitbreiden van school- en vaktaal
- Schrijven op letter-, schrift- en tekstniveau met een leesbaar handschrift en typschrift
Kerndoel 4: De leerling voert gesprekken
Doelzin A. De leerling voert gesprekken afgestemd op doel, gesprekspartner(s) en context.
Het gaat hierbij om:
- Inzetten en uitbreiden van vaardigheden om gesprekken constructief te laten verlopen: luisteren, herkennen van signalen en passend reageren op de gesprekspartner(s)
- Actief deelnemen aan gesprekken
- Afstemmen van taalgebruik, stemgebruik en non-verbale communicatie op communicatief doel en context
- Verwerven en inzetten van informatie afgestemd op kennis, achtergrond, standpunt en perspectief van de gesprekspartner(s)
- Toepassen van gespreks- en taalconventies, passend bij de gespreksvorm
Doelzin B. De leerling voert gesprekken om tot kennisopbouw, begrip of een aanpak te komen.
Het gaat hierbij om:
- Verwoorden van kennis, ideeën en standpunten met onderbouwing
- Vragen om toelichting, verklaring of bevestiging
- Luisteren naar, doorvragen op en ter discussie stellen van de ideeën en perspectieven van gesprekspartners
- Accepteren of verwerpen van andermans ideeën met argumenten
- Samenvatten van inzichten, verwoorden van oplossingen of trekken van conclusies
Kerndoel 5: De leerling ontwikkelt zich als bewuste taalgebruiker
Doelzin A. De leerling reflecteert op het proces en evalueert het product van een taalactiviteit.
Het gaat hierbij om:
- Ontvangen en geven van feedback
- Verwoorden van het proces: de gemaakte keuzes in aanpak en strategieën tijdens en na de uitvoering van een taalactiviteit
- Beoordelen van het product van de taalactiviteit aan de hand van aangereikte criteria
- Formuleren van leerdoelen voor proces en product bij toekomstige taalactiviteiten
Domein: TaalKerndoel 6: De leerling toont inzicht in taal als systeem
Doelzin A. De leerling beschouwt de relatie tussen vorm en betekenis van taal.
Het gaat hierbij om:
- Verkennen hoe letterklanken, klemtoon, intonatie en ritme samenhangen met de betekenis van taal
- Inzicht tonen in de opbouw van basale woorden om de betekenis af te leiden
- Verkennen hoe woordvolgorde en zinsdelen de betekenis van een zin bepalen
- Verkennen hoe woordgebruik, stijlmiddelen en opbouw van teksten de betekenis beïnvloeden
- Functioneel gebruiken van taalkundige begrippen en taalbeschouwingsstrategieën bij het denken en praten over spelling en grammatica
Doelzin B. De leerling toont inzicht in regels en procedures voor spelling, formulering en interpunctie.
Het gaat hierbij om:
- Correct formuleren op woord-, zins- en tekstniveau
- Verbinden van vorm en betekenis om de correcte spelling te achterhalen
- Ontwikkelen van spellingbewustzijn en spellinggeweten
- Reflecteren op gemaakte keuzes in woorden en zinnen
- Inzetten van hulpmiddelen en bronnen om regels en procedures correct toe te passen en teksten te redigeren
Kerndoel 7: De leerling verkent het gebruik van taal
Doelzin A. De leerling verkent hoe je met taal uiting geeft aan identiteit.
Het gaat hierbij om:
- Verkennen van het eigen talige repertoire in relatie tot hoe je wilt overkomen en tot welke groepen je wilt behoren: talen en taalvariëteiten, gebaren, lichaamstaal
- Verkennen van het eigen talige repertoire in relatie tot publiek, doel en context
- Reflecteren op hoe je overkomt op anderen op basis van keuzes in het eigen talige repertoire
- Waarderen van het eigen talige repertoire
Doelzin B. De leerling verkent taalvariatie en taalverandering in het Nederlandse taalgebied.
Het gaat hierbij om:
- Verkennen van verschillende taalvariëteiten van het Nederlands: school- en vaktaal, groeps- en streektalen
- Vergelijken van de contexten waarin verschillende talen en taalvariëteiten worden gebruikt
- Benoemen van overeenkomsten en verschillen tussen het Nederlands en andere talen en taalvariëteiten op klank-, woord- en zinsniveau
- Verkennen van overtuigingen over verschillende talen en taalvariëteiten
- Verkennen van veranderingen in taalgebruik onder invloed van tijd, media en maatschappelijke ontwikkelingen.
Domein: LiteratuurKerndoel 8: De leerling doet ervaring op met literatuur
Doelzin A. De leerling ontwikkelt een eigen leesvoorkeur.
Het gaat hierbij om:
- Lezen en beluisteren van boeken en teksten, van verschillende schrijvers en literaire genres
- Geven van een waardeoordeel over gelezen of beluisterde boeken en teksten op basis van literaire genres, eigen interesse en belevingswereld
- Aangaan van nieuwe leesuitdagingen op basis van eerdere lees-, luister- en kijkervaringen
- Verwoorden van persoonlijke voorkeur op basis van reflectie op ervaringen met literatuur
Doelzin B. De leerling verkent de waarde van literatuur.
Het gaat hierbij om:
- Verwoorden van persoonlijke leeservaring en -beleving na het lezen van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over zichzelf op basis van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over anderen op basis van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over de wereld en culturen op basis van literatuur
Kerndoel 9: De leerling toont inzicht in literatuur
Doelzin A. De leerling toont inzicht in verhalende teksten.
Het gaat hierbij om:
- Beschrijven welk probleem of welke wens van een hoofdpersoon de motor van het verhaal is en hoe het verhaal zich ontwikkelt
- Beschrijven van verschillende hoofd- en bijfiguren, helpers en tegenspelers en hun karaktereigenschappen
- Benoemen van verteltechnieken die een schrijver gebruikt om spanning op te bouwen
- Beschrijven waar, wanneer en onder welke omstandigheden een verhaal zich afspeelt
Doelzin B. De leerling toont inzicht in genrekenmerken van literatuur.
Het gaat hierbij om:
- Onderscheiden van poëzie-, proza- en dramateksten op basis van eenvoudige genrekenmerken
- Benoemen van kenmerkend taalgebruik in literaire genres: figuurlijk taalgebruik, rijm en ritme
- Benoemen van kenmerkende visuele elementen in literaire genres: illustraties, vormgeving
Kerndoel 8: De leerling doet ervaring op met literatuur
Doelzin A. De leerling ontwikkelt een eigen leesvoorkeur.
Het gaat hierbij om:
- Lezen en beluisteren van boeken en teksten, van verschillende schrijvers en literaire genres
- Geven van een waardeoordeel over gelezen of beluisterde boeken en teksten op basis van literaire genres, eigen interesse en belevingswereld
- Aangaan van nieuwe leesuitdagingen op basis van eerdere lees-, luister- en kijkervaringen
- Verwoorden van persoonlijke voorkeur op basis van reflectie op ervaringen met literatuur
Doelzin B. De leerling verkent de waarde van literatuur.
Het gaat hierbij om:
- Verwoorden van persoonlijke leeservaring en -beleving na het lezen van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over zichzelf op basis van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over anderen op basis van literatuur
- Verwoorden van opgedane inzichten en kennis over de wereld en culturen op basis van literatuur
Kerndoel 9: De leerling toont inzicht in literatuur
Doelzin A. De leerling toont inzicht in verhalende teksten.
Het gaat hierbij om:
- Beschrijven welk probleem of welke wens van een hoofdpersoon de motor van het verhaal is en hoe het verhaal zich ontwikkelt
- Beschrijven van verschillende hoofd- en bijfiguren, helpers en tegenspelers en hun karaktereigenschappen
- Benoemen van verteltechnieken die een schrijver gebruikt om spanning op te bouwen
- Beschrijven waar, wanneer en onder welke omstandigheden een verhaal zich afspeelt
Doelzin B. De leerling toont inzicht in genrekenmerken van literatuur.
Het gaat hierbij om:
- Onderscheiden van poëzie-, proza- en dramateksten op basis van eenvoudige genrekenmerken
- Benoemen van kenmerkend taalgebruik in literaire genres: figuurlijk taalgebruik, rijm en ritme
- Benoemen van kenmerkende visuele elementen in literaire genres: illustraties, vormgeving